Na een paar dagen in dit dal te hebben gebivakkeerd, was het wel weer eens tijd voor iets nieuws. Dat we gisteravond nog wat regen hadden gehad was wat onhandig voor het droog opbergen van de tenten, maar gelukkig was het in de ochtend wel weer gewoon blauw en hadden we een aardig plekje om de tenten te drogen leggen. Rond een uur of elf hadden we alles weer in de bus, hadden we de camping betaald (ad 76 euro per nacht) en reden we weg uit Prutz.
Onze route ging via Innsbruck en de Brennerpas naar Italië, waar we op een goed moment naar het Oosten afbogen en op zoek zouden gaan naar een camping. We hielden nog een pitstop bij een klein tentje vlak langs de autoweg en toen kon de zoektocht beginnen*. De eerste camping was gelijk de mooiste, maar die was waarschijnlijk al een paar jaar eerder failliet gegaan. Overgroeide kamplaatsen, een asfaltweg die gestaag door de boomwortels vernield werd, houten bankjes in de schaduw, vlak bij een rivier. Overal waren stopcontacten (van het stroom af) en het wc-blok lag er verlaten bij (afgesloten).
Helaas moesten we verder en de twee campings die volgden stemden ons niet al te vrolijk. De eerste was een brandende oven (maar er was wel een zwembad en een Italiaan die zich als een kabouter verkleed had) ergens in een buitenwijk van een dorp, de tweede lag aan een druk toeristisch meer, waar -ze zelfs voor ons- geen plek meer hadden. We reden inmiddels midden in de Dolimiti en druk en toeristisch waren hier eigenlijk wel de sleutelwoorden. In een optocht van auto’s reden we omhoog naar de volgende camping optie, die er van een afstand weinig hoopgevend uitzag: dikke rijen van campers zagen we al op een helling staan. Toen we echter de hoek omreden, bleek de camping klein en voornamelijk bedoeld voor tentjes, en we zagen nog plek ook**!
Nadat we de twee kleine tentjes hadden opgezet, sprongen we snel in de auto om te voorkomen dat we weer voor een gesloten supermarktdeur zouden komen te staan***. Achteraf bleek dat we net zo goed hadden kunnen lopen want DeSpar (zoals die hier heten), bleek vlak achter ons aan het fotogenieke, maar o zo drukke meer te liggen. Het was een DeSpar waar je niet graag afhankelijk van wilde zijn: beperkt assortiment, duur, vooral gericht op de snelle snack voor de plaatselijke toerist. We kochten er het noodzakelijke en keerden vervolgens weer terug naar de camping.
En toen hadden we een biertje verdiend! Die vonden we op het terras van het restaurant dat aan de camping gelieerd was en dat over de camping uitkeek. Het witbier was helaas net op, maar een gewoon biertje hadden ze nog wel, dus was dat de logische tweede optie. Na het biertje zetten we ons aan het avondeten (rijst met pindasaus, uiteraard niet van DeSpar, maar zelf gemaakt) en verbaasden we ons over de hordes auto’s die van de berg naar beneden kwamen. Na het eten volgde het avondprogramma, waarna we wederom niet te laat naar bed gingen.
===========
* met curryworst voor Mae.
** veel wandelaars, kletteraars en andere actievelingen.
*** vreemd hoe dat gaat, maar als wij om elf uur vertrekken en volgens google maps slechts drie uur rijden voor de boeg hebben, arriveren we steevast pas na vier uur. Een pitstop, een keer fout rijden, stoppen bij wat campings en de dag s voorbij voordat je er erg in hebt.