Dag 12: weer naar het dal

Hoewel de ouders nog wel zin hadden in een dagje wandelen, leek het beter om niet het onderste uit de kan te halen, qua lopen. De bergen, de bloemen; de kinderen vonden het best aardig, maar toch duidelijk minder dan de ouders. Bovendien werd er geklaagd over spierpijn. Dit, gecombineerd met het feit dat we weer een avondmaal zouden moeten bereiden en dat we daar de DeSpar niet voor wilden aandoen, deed ons besluiten wederom af te dalen naar het dal, voor de betere supermarkt. Anders dan vorige keer hadden we nu een strakkere planning, zodat we ook nog tijd zouden hebben voor een ijsje.

De vorige keer dat we in Auronzo di Cadore kwamen, was het een beetje in een ingeslapen gebeuren*, maar nu was het een drukte van jewelste. Niet alleen was er een marktje, maar het noodweer van de avond hiervoor had tot de nodige modderstromen geleid, met als gevolg dat het hele dorp drukdoende was de schade te herstellen. Politie, brandweer, een veegmachine, burgers, binnenlui, een half afgezette weg: het was opeens een drukte van jewelste. Parkeren bleek daarmee ook een probleem te zijn, zodat we pas een heel eind na de supermarkt een plekje vonden waar we een uurtje mochten staan.

Stoffige straten

Door de (inmiddels) stoffige straten sjokten we terug naar de eerste de beste gelateria die we konden vinden, waar de kinderen zalig ijs en de ouders toppie koffie consumeerden. Veel tijd hadden we ook deze keer niet, dus na de koffie dook Elisa met Mae de supermarkt in, terwijl ik terug slofte om de bus wat dichterbij te zetten**. Tegen de tijd dat Elisa uit de supermarkt kwam was het alweer bijna één uur, waarmee het dorp weer terugkeerde tot een ingeslapen dorpje.

Lunch

Na de boodschappen doken we wederom de bossen in voor de lunch***. En om kaartjes te schrijven. Terug op de camping ondernam ik (met succes) een poging de volgende bestemming vast te leggen (daarover later meer****), waarna de meeste van ons nog een wandeling maakten. Ik wilde graag de kam tegenover de camping beklimmen, maar aangezien er nog sprake was van spierpijn, ging ik alleen de helling op. Weliswaar was deze beklimming veel minder spectaculair was als de wandeling van de dag hiervoor, maar toch keverde het weer aardig wat mooie vergezichten op^.

Terug op de camping draaiden we ons normale programma af: koken, eten, slapen. Het onweer en de regen leek ons deze keer over te slaan, maar dat bleek een misrekening. Rond half één ’s nachts kwam er een heel front overtrekken, waarbij sommige bliksems binnen een straal van 1 kilometer insloegen. Het mag duidelijk zijn dat het een onrustige nacht werd.

============

* achteraf gezien niet vreemd, gegeven dat we een half uur voor sluitingstijd arriveerden. 🙂

** ik dook nog wel even een groenteboer in, waar ze geurige meloenen, sappige paddenstoelen (porcini) en smakelijke abrikozen verkochten.

*** we zaten wat hoger en de plek was wat minder mooi dan vorige keer: weinig vlinders, geen nieuwe planten.

**** duh

^ en hele mooie berg akkeleitjes.

Leave a comment