Dag 15: de uitgestelde wandeling

Wederom hadden we een ongestoorde nachtrust in onze doorzakbedjes gehad en dat had op een één of andere manier tot gevolg dat ons ochtendritme ook een stuk trager verliep. De weersverwachting was niet al te gunstig geweest en het was inderdaad grijs als je naar buiten keek, maar erg veel regen kwam er nou ook weer niet naar beneden. O ja, en het was zondag, dus we konden vanuit onze slaapkamer keurig in de gaten houden welke brave burgers van Maria Luggau en omgeving er niet naar de ochtendmis kwamen (spoiler alert: niet veel, behalve de familie Prünster, die de Spar zelfs op zondag openhield…).

Oskar had nog wel last van zijn nek, maar niet de acute pijn van de vorige dag, dus we besloten dat we vandaag een stukje konden gaan wandelen. We kozen een wandeltocht aan de overkant van de rivier; het uitzicht vanuit het kinderappartement. Dit bleek een prima keuze. Na een vrij steile daling (van 100 meter) en een vrij steile klim (idem) kwamen we in een breed, gestaag oplopend dal, vanwaar je prima met meerdere mensen naast elkaar kon lopen*. Het was weer een mooie wandeling, zij het dat de omgeving een heel stuk minder dramatisch was dan in de Dolomiti**. Tegen de tijd dat we bij een steiler stuk kwamen, keerden we -tot teleurstelling van de ouders- weer terug***.

Terug in ons appartement gebeurde er niet zo heel veel noemenswaardig meer. Oskar nam toch nog wat pijnstillers, er werden spelletjes gespeeld, we zochten de volgende staplaats op onze reis en ik ging nog hardlopen langs de rivier****. Daarna werd er nog gewinkeld (in die ketters Spar die gewoon op zondag open was), werd er gekookt (tortilla con patatas) en werd er nog wat gelezen (ik lees nu ‘Tyl’. Om Ian McEwan te qouten: savage….).

===========

* dit was een wens van de jongste, die wandelen eigenlijk best leuk vindt, mits ze maar met andere mensen kan babbelen.

** we zagen nog dauwnetel, een vrouwtje keizersmantel (afgebeeld) en mooie gouden kevers.

*** in de bergen ben je altijd geneigd nog even een stukje verder te lopen om te zien wat er achter de volgende heuvel ligt. En dan nog een stukje verder….

**** toen ik klaar was en terug de helling opliep naar het dorp werd ik aangesproken door een vrouwelijke local in klederdracht die graag wilde weten wat ik gedaan had. Nadat ik had aangegeven dat ik had hardgelopen (“ach nein!”) en dat ik van Amsterdam kwam, werd ik vijf minuten overspoeld met informatie: dat ze een keer één uur in Amsterdam was geweest (Schiphol, zo bleek), omdat ze op doorreis was naar Japan, waar ze acht jaar had gewoond, dat er zoveel Nederlanders op vakantie kwamen in deze streek, of ik Wacht kende (het gehucht waar je doorheen rijdt als je naar Maria Luggau komt), of ik dan wellicht ook de Nederlandse vrouw kende die daar woonde die ten kinderen had, jadajadaja.   

Leave a comment